Een Bildts superfood: Tuinbonen
Een niet veel voorkomend gewas op Het Bildt zijn tuinbonen, maar Rudolf Rodenhuis teelt het gewas al jaren. Wij namen een kijkje terwijl hij de tuinbonen aan het zaaien was op zijn land tegen de zeedijk bij Zwarte Haan.
Weer
Na tijden van wisselvallig weer, was het eerste stuk land tweede helft april droog genoeg voor het zaaien van de tuinbonen. “We zijn met zaaien een maand later dan normaal, zo laat hebben wij nog nooit tuinenbonen gezaaid.”, vertelt Rudolf. Het koude en vooral natte weer zorgt dat de werkzaamheden steeds uitstellen. “Weerziek” zoals Rudolf het noemt, is hij nog niet. “Het is zoals het gaat. Daarnaast is het nog geen juni. De opbrengsten kunnen dit jaar alsnog goed worden, zolang we de komende tijd maar wat beter weer krijgen.”
GLB
Tuinbonen vallen onder de stikstofbindende gewassen. “Tuinbonen zijn goed voor een vruchtbare bodem en neemt daarnaast meer stikstof op uit de lucht.” De overheid heeft dit jaar het GLB (gemeenschappelijk landbouwbeleid) vernieuwd voor een duurzamere toekomst van de landbouw. In het vernieuwde beleid is kortgezegd een lijst opgesteld met punten waarmee subsidie kan worden behaald. Enkele voorbeelden hiervan zijn: Groene bufferstroken aan de rand van het perceel, biologische bestrijding gebruiken of een stikstofbindend gewas te telen.
Veel boeren kijken of ze met enkele aanpassingen in hun bouwplan beter in de regeling passen. Door de nieuwe voorwaarden worden er dit jaar meer verschillende gewassen geteeld zoals: veldbonen, luzerne en klavermengsels. Rudolf hoeft niks aan te passen, “Ik teel genoeg rustgewassen en stikstofhoudende gewassen voor de regeling”.
Teelt
In 1985 is familie Rodenhuis begonnen met één hectare tuinbonen. Over de jaren hebben ze hun areaal aardig uitgebreid vanwege toenemende vraag. Rodenhuis teelt rassen die vrij kort blijven. De uitdaging hiervan is dat de peulen met nieuwe tuinenbonen niet te dicht bij de grond groeien. Dit is lastig voor het oogsten. “Een vlak zaaibed is daarom erg belangrijk om goed te kunnen oogsten”. Rudolf heeft zelf ook enkele aanpassingen aan zijn dorser aangebracht, om de bonen beter te kunnen oogsten.
Rodenhuis gaat voor een optimale teelt van zijn bonen. Er wordt een startmeststof bij zaaien gegeven en een boost bij de groei om zo lang mogelijke peulen te krijgen. Daarnaast worden in het voorjaar bijenkasten in het veld van de tuinbonen gezet. Een imker uit de buurt verzorgd deze. De bloeiende tuinbonen trekken veel bijen, welke erg belangrijk zijn voor het bestuiven van de bloemen waaruit later de peulen komen.
Oogst
De uitdaging bij het telen van tuinbonen zit hem vooral in het juiste oogstmoment. De meeste tuinbonen worden begin september geoogst. “Het juiste tijdstip kan ik niet uitleggen, dat is gewoon ervaring”. Rudolf probeert de bonen niet te nat en niet te droog te oogsten. “Wij oogsten daarom de bonen vaak avonds laat of zelfs in de nacht.”. Dit doen ze om te voorkomen dat de bonen beschadigen en breken als ze te droog zijn.
De geoogste bonen worden geschoond en in kisten gedroogd. De tuinbonen van Rodenhuis zijn voor de vermeerdering en worden opnieuw gezaaid. De bonen die hiervan worden geoogst gaan het veevoer in.