Het bepalen van het juiste oogstmoment is belangrijk voor het oogsten van kwalitatief hoogwaardig ruwvoer. Bij een droge stofpercentage van 36-37% heeft de maïs de maximale zetmeel- en VEM-opbrengst.
De maximale zetmeelopbrengst wordt bereikt wanneer de melklijn van de korrel zo ver mogelijk naar onder zakt. Tot dat er (bijna) onderaan de maiskorrel een zwart puntje ontstaat. De korrel is in dat stadium volledig rijp en zo wordt de maximale zetmeelopbrengst en energiedichtheid behaald.
Het oogstmoment kunt u het beste bepalen aan de hand van een monster kolven geplukt op verschillende plekken (niet op de kant of bij bijvoorbeeld een oude sloot) in het perceel. Vervolgens beoordeelt u de korrels uit de kolven op rijpheid. Onze maïsexperts helpen u graag bij het bepalen van het juiste oogstmoment.
Voor een goed bewaarbaar product is een droge stofpercentage van 36-37% in combinatie met “kort” hakselen (haksellengte: max. 8 tot 9 mm) van belang. Zorg er daarnaast voor dat de kuil goed aangereden wordt om zo broei en schimmels te voorkomen en de maximale voederwaarde te behouden. Door de kuil goed aan te rijden over de volle lengte wordt het beter verdicht. Dek daarnaast de bult goed af direct na de oogst. Maak bij het inkuilen gebruik van een inkuilmiddel. Bij ons kunt u terecht voor verschillende soorten Barenbrug Bonsilage en Pioneer Silage Inoculanten.
Voordelen van inkuilmiddelen zijn onder andere:
De diverse soorten Bonsilage hebben allemaal hun eigen doel, zoals een hogere voederwaarde of fittere koeien. Voor advies over welk inkuilmiddel het beste bij u past, kunt u contact opnemen met een van onze experts.
Voedergrassen kunnen worden gezaaid tot ongeveer eind oktober. Voordeel van het inzaaien na de maïsoogst is dat u volgend jaar eerder een snee gras kunt maaien en dat het perceel het jaarrond bedekt blijft wat een positieve bijdrage levert aan de bodemstructuur, het bodemleven en het vasthouden van stikstof.